Terloops

Het zijn eigenlijk piepkleine boekjes, 120 x 150 mm, ergens tussen de 64 en 80 pagina’s maar met grootse inhoud. Althans, ik geniet er altijd erg van. En het gevaarlijke van dit soort mooie boeken is, dat je ze allemaal wilt hebben. Spaarboeken over wandelen.

De Terloops-serie is dus een serie kleine wandelverhalen, uitgegeven door uitgeverij Van Oorschot. Het zijn korte verhalen van wandelende schrijvers, of schrijvende wandelaars zo je wilt. De meeste auteurs delen hun favoriete wandeling, of schrijven over een wandeling die ze is bijgebleven. Ook de filosofie van het wandelen komt langs, net als de behoefte om toch steeds weer hetzelfde rondje te lopen. Dat is denk ik heel herkenbaar; sommige wandelingen maak je om nieuwe dingen te zien, veel andere wandelingen maak je om je hoofd leeg te maken en daar heb je geen nieuwe indrukken voor nodig. Het is mij niet onbekend: als kind liep ik met mijn ouders en zus veel in Zeeland en hoewel de mogelijkheden daar talrijk waren, was het altijd die ene strandopgang omhoog en die andere naar beneden. Heel soms ging we eentje verder omhoog, “deze of de andere” riepen we dan als we er bijna waren.

Stine Jensen beschrijft een wandeling die ze elke keer dat zij op Texel is maakt (elke keer dezelfde, maar toch voelt die steeds anders), met appeltaart toe. Thomas Rosenboom, Maartje Wortel en Joyce Roodnat beschrijven hun heel verschillende wandelingen door Amsterdam. Mooi is ook het verhaal van Sander Kollaard over de lente in Zweden.

Het eerste deeltje dat ik las, en ik dacht ook de eerste die destijds verscheen, was dat van Marjoleine de Vos, over een dagelijkse wandeling door haar Groningse dorp. Ik vind het niet alleen mooie, ontroerende wandelverhalen, ze zijn ook gewoon mooi om cadeau te doen. Er komen steeds nieuwe delen bij, op het moment dat ik dit intik zijn het er twaalf. Stiekem googelde ik het even bij bol en zag dat er al weer nieuwe delen zijn aangekondigd.